PERIKELEN...

Daar kom je er toch nogal wat van tegen, zowel met de bouw als met het rijden.

Waar mogelijk gebruik ik automatische vorkkoppelingen in plaats van de standaard Märklin-beugels. Het ziet er veel beter uit en vooral de speling in de treinlengte vermindert sterk. Ook opduwen van wat zware treinen gaat zo beter dan met beugels die alle kanten uitwillen en dan op de verkeerde manier in elkaar gaan zitten. Doorgaans rijd ik met series wagens, waarvan dan alleen de voorste en de achterste nog beugels hebben om te koppelen, want de locs zijn allemaal nog voorzien van beugels. In principe is de Fleischmann profikoppeling gelijkwaardig aan de Roco-vork, maar..... het blijkt dat sommige merken wat ruime toleranties hanteren met betrekking tot het plaatsen van de koppelingsschacht: bij sommige merken kun je niet eens koppelen omdat de vorken net niet in elkaar grijpen (dat gebeurt dan ook met de Rocovorken) of de ene koppeling hangt iets hoger dan de andere. Bij baanoneffenheden zullen profi's dan ook eerder loslaten dan Roco's omdat de laatsten iets dikker zijn. Ten slotte vind ik het zijaanzicht van de Roco's net iets mooier: alsof er twee luchtslangen tussen de wagens hangen.

Sachsenmodelle Eanos201 wagens in roodbruine NS/Cargo uitvoering (nr 16065) kunnen bij gebruik van Roco vorkkortkoppelingen problemen geven omdat de buffers te dicht op elkaar zitten. In kortere bogen drukken de buffers dan de draaistellen uit het spoor. Oplossing: de buffers en koppelingen verwijderen, met een stanleymesje de verdikking op de kopse wand waar de buffer insteekt wegsnijden zodat alleen de plaatdikte van de kopse wand overblijft. Vervolgens de buffers met lijm terugplaatsen en goed aandrukken, waarmee per wagen aan elke kant ca 1 mm ruimte extra beschikbaar is. Een soortgelijk probleem doet zich bij Mehano Falns121 kolenwagens voor, wat doorgaans is op te lossen door de buffers iets verder in de wagen te drukken. De Falns183 van Mehano (de RAG-wagens) kan met kortkoppelingen alleen om-en-om met Falns121 types gekoppeld worden; onderling is het net te krap :-(

Een minpuntje van de Roco NS-1100 locs is dat de "cardanasbolletjes" die op de motoras zitten, daarop geklemd zitten. Beide locs hadden na enige tijd last van slippende bolletjes. Ze zijn inmiddels vastgelijmd en daarmee is dat probleem opgelost. Bij andere locs ben ik dit euvel nog niet tegengekomen.

Op een beurs in Houten kocht ik een Fleischmann blauwe NS Eanos, voor weinig geld en zonder doosje. Eenmaal in de Eanos/Eaos/Eal-trein gezet bleek ie om de haverklap te ontsporen. Na onderzoek bleek dit steeds op baanoneffenheden te gebeuren en uiteindelijk bleek dat een draaistel verkeerd om was gemonteerd, waardoor het niet voldoende vrij kon bewegen om de diverse assen. Nadat het ding was omgedraaid was het probleem ook verholpen. Ik vond overigens dat de manier hoe dat bij Fleischmann in elkaar in elkaar is gezet, op zijn zachtst gezegd spartaans en erg goedkoop overkomt. Een bevestigingsmethode die bijna vraagt om problemen.... De Lima Eanossen, waarvan ik er ook 9 heb, blijken 2 cm te kort te wezen. Ofwel Lima heeft daar gedacht: "ook schaal 1:100 in de lengte" ofwel de wagens hebben een "n" teveel in hun typeaanduiding. De doosjes vermelden trouwens ook "Eaos"...

Oh ja, die rotcontainers. Electrotren doet net als Märklin, maar Piko doet weer anders. De pinnetjes en gaatjes, weet je wel. Dus kun je geen Electrotren containers op een Piko draagwagen zetten. Hopeloos. Hoezo NEM-normeringen? Dat is trouwens al heel lang zo, want destijds kon ik ook al geen Wiking containers op een Herpa vrachtwagen zetten, ook daar verschillen in de pinnetjes en de gaatjes. Dat het onderling al helemaal niet meer uitwisselbaar is had je waarschijnlijk al begrepen :-)

Wat ervaringen met decoders: aanvankelijk gebruikte ik de Viessmann 5246 met cruisecontrol, geschakeld in de HF stand. Voor bijna alles zijn de default instellingen prima bruikbaar, behoudens de CV's 3 en 4 die je uiteraard op je eigen wensen kunt instellen. Recentelijk heb ik een paar Lenz 1035E's aangeschaft. Met name de cruisecontrol (CV53), die op waarde 8 is geprogrammeerd moet wat bijgesteld worden. Een waarde van 25-30 geeft bij mij veel strakkere eigenschappen. CV's 3 en 4 ook hier naar eigen inzicht programmeren en CV5 (max snelheid) zet ik doorgaans op 6 of 7. De twee Roco 1100's die ik heb rijden echter met die decoder niet lekker, zeker niet als de trein wat zwaar gaat worden. Vandaar dat die beiden met een Viessmann zijn uitgerust. De Liliput 6520 en Roco 1637 rijden met die Lenzjes echter prima, in eerste instantie. Het euvel wat met de 1100's speelt (plotseling stoppen en weer doorrijden) laat zich bij de BR215 uit de startset ook zien, hoewel in mindere mate. Ook die krijgt weer een 5246 en de Lenz gaat in de Ludmilla, die er behoorlijk goed mee rijdt, zij het dat ook daarmee heel sporadisch het stoppen&doorrijden optreedt. Het probleem ligt deels ook aan de stroomafname. Het is me al langer bekend dat digitaal rijden daarvoor gevoeliger is dan analoog rijden. Reden waarom intussen de twee 2200's hun assen met antislipbandjes hebben ingeruild voor assen zonder, zodat er 4 assen stroom kunnen pakken. De 1122 heeft de twee slipbandloze assen uit de 1142 gekregen en rijdt ook zonder problemen nu. Dus moeten er voor de 1142 weer 4 nieuwe slipbandloze assen komen. Overigens blijken die twee het in dubbeltraktie ook heel netjes te doen, waar er analoog rijdend nogal wat verschillen tussen de locs zaten. Echter, na een maand lijken de Lenzen gewoon niet lekker te werken. De stops & go's nemen alleen maar toe en verdwijnen ook niet na complete schoonmaakbehandelingen van de Liliput, BR215 en andere loks. Daarboven veroorzaken ze storingen: loks met zo'n decoder beginnen spontaan te rijden als een andere lok een opdracht krijgt of simpelweg langs komt rijden. Het ergste is nog dat af en toe een lok pas reageert na enkele sekonden als je 'm een opdracht geeft. In juni wordt ik er zo ziek van dat alle Lenzen terug in hun doosjes gaan; dan maar weer even 3 loks buiten dienst stellen. Als alternatief blijken de ESU Lokpilot's prima te voldoen; helaas zitten bij de versie 2 weer een aantal CV's die ik graag wil instellen boven de 99 dus zal er op termijn een programmeer-unit moeten komen waarmee dat kan. Of dat een LH-100 regelaar dan wel een ESU programmer dan wel de digitale computer-interface van Roco zelf wordt is nog onduidelijk; e.e.a. is afhankelijk van wat uiteindelijk met die dingen gedaan kan worden.

Situatie maart 2005: de Viessmannen 5246 bevallen uitermate goed. Hoewel ik er 1 heb opgeblazen (...) zijn er nu 6 werkend. De niet-cruisecontrol versie 5244 is duidelijk een stuk minder, ook al door de laagfrequent sturing waardoor veel loks nogal wat kabaal produceren. Maar als reserve is ie niet verkeerd. De Lenzen 1035 zijn in mijn ogen waardeloze dingen. Op zich rijdt het redelijk, zolang er maar 1 Lenz of zelfs 3 Lenzen rondrijden. Zodra er echter een ander fabrikaat decoder gaat rijden gaat het fout: horten en stoten, zomaar in de rangeerstand springen, uit zichzelf gaan rijden omdat er een andere lok een rijopdracht krijgt. De 3 exemplaren gaan allemaal terug in hun doosje zodra er fatsoenlijke vervanging voor is. Dan de ESU Lokpilots: daar heb ik er nu 6 van, 2 versie 1 en 4 versie 2. Goede alternatieven, alleen heeft versie 2 de rottigheid dat als een lok stilvalt voor een onveilig sein of blok, de lok direkt met ingestelde snelheid gaat rijden zodra er weer spanning is. Niet mooi aanzetten volgens de vertraging dus, en dat foutje zit alleen in versie 2. Is waarschijnlijk op te lossen door een CV anders te programmeren. Verder willen de Lokpilots in mijn Liliput 6400's niet echt lekker lopen, alsmede in de Roco 1100's en BR215 niet zo: op lagere snelheden horten en stoten ze wat en ik krijg het er met andere instellingen niet uit. In de Roco 2200's lopen ze als een lier, dus krijgen de 6400's allemaal een Viessmann en de 1100's ook, alsmede de Henschel lok en de BR215. De rest draait prima op de Lokpilots.

De Roco NS/Cargo 1637 verspreidt een dusdanig magnetisch veld dat ie de reedcontacten die tussen mijn dwarsliggers liggen ook laat schakelen; dat gebeurt bij geen enkele van de andere loks. Een plaatje ijzer van 20x20x1.5mm onder het frame lost dit weer op; het kan mooi tussen de nokken liggen en wordt opgesloten in de plastic kast die onder de lok hangt.

Het digitaliseren van de Hippel is uiteindelijk medio december 2006 ook gelukt, met een Kühn T145 (volgens mij gelijk aan een Viessmann 5246). Nog eens volledig uit elkaar genomen, stroomafnemers schoongemaakt en nou loopt ie als een tierelier. Kan ie eindelijk doen waarvoor ie gekocht is: rangeren met lichtere treindelen.

 

 

Page revised 17.12.2006